Marianne Dreese en Elisabeth Romanillos

In gesprek met Elisabeth en Marianne

Een interview midden in de lockdown

Vlak voor de kerst hebben we een datum geprikt. De redactie, de scheidende en de nieuwe vice voorzitter.
Dat had wat voeten in de aarde, want we zaten midden in de lockdown. Maar binnen de regels en met voorzorgsmaatregelen, hebben we toch live af kunnen spreken.

Links Marianne, rechts Elisabeth

Afscheid

Live afscheid nemen van Elisabeth Romanillos, de scheidende vice voorzitter, dat kon helaas niet tijdens de laatste algemene vergadering. Dat was wel een beetje zuur. Al is er vanuit de ASD alles aan gedaan om het afscheid herinneringswaardig te maken. Met behulp van een afscheidsvideo heeft een aantal mensen toch nog een dankwoord uit kunnen uitspreken. Ook wordt er nu als dank in “Ons huis van de Wijk” een speciale herinneringstafel geplaatst. Ontmoeten en verbinding, bijna een slogan en rode draad uit het leven van Elisabeth, wordt zo nog gemakkelijker gemaakt.

Voorgeschiedenis

Elisabeth heeft een lange voorgeschiedenis in het sociale domein. Voordat ze in 2011 met pensioen ging was ze opbouwwerker. In verschillende omringende gemeentes en als laatste bij Diagonaal en vervolgens bij Vivaan, de voorloper van ONS Welzijn. In die tijd ondersteunde ze ook beroepsmatig de SCPO (Stichting CliëntenPlatform Oss). Door haar werk, contacten en netwerk was ze altijd precies op de hoogte wat er speelde. Ze stond als het ware met haar schoenen in de modder.

Na haar pensioen is ze de SCPO blijven ondersteunen, ook toen in 2012 de SPCO in de Wmo-raad opging. In de Wmo raad heeft ze talloze adviezen geschreven, ook toen de Wmo raad in 2015 veranderde in de Adviesraad Sociaal Domein Oss. In haar functie als vice voorzitter heeft ze vaak de voorzitters van de kenniskringen vervangen bij afwezigheid. De laatste jaren heeft ze zelf steeds minder adviezen geschreven en deden de kenniskringen dat zelf.

Verhalen

Het interview wordt doorspekt met verhalen. Als we spreken over haar tijd als opbouwwerker vertelt ze het volgende: “Als opbouwwerker had ik wel verstand van dingen. Ik was altijd al bezig met kwetsbare mensen. Ken je toevallig Broodje Ussen? Dat heb ik opgericht.
Dat was voor mensen die in hun eentje leven en daardoor mogelijkheden kregen om mee te doen met de maatschappij.” 
Heb je daar dat bankje aan over gehouden? “Ja, dat bankje op Ussen. Jan Marijnissen heeft die samen met mij ingewijd. Dat vond ik wel stoer. En nu heb ik er ook nog een tafel bij.” 

Het bankje, dat bij wijkcentrum De Hille staat, heeft als opschrift “Elisabeth’s bankje Voor uitzicht op ontmoeting en dialoog”.
Dat vindt Elisabeth belangrijk. Dat je het gesprek met elkaar aangaat, elkaar ontmoet. Dat is de essentie tussen de bewoners onderling maar ook tussen de bewoners en politiek. Die dialoog moet ook in stand blijven.
Ze zegt dan ook: “dialoog is mijn missie en dat van mijn opvolger.”

WMO wet

En toen kwam de WMO wet. Wat vond je ervan? 
Elisabeth lacht een beetje als ze zegt: “De Wet Maatschappelijke Onrust….”.
In eerste instantie was ze hoopvol gestemd. De wet bood mogelijkheden om de dingen zelf aan te pakken en te doen. Niet meer bepaald vanuit Den Haag, maar vanuit de mensen zelf.
Haar hoop was dat de Wmo dichter bij de mensen zou staan en dat de mensen directer geholpen zouden kunnen worden. Dat heeft niet zo uitgepakt. Zorgverlening is volgens haar niet commercieel. Niet het verdienmodel maar de mens moet centraal staan.

Ze vervolgt: “Bekijk maar eens dat hele sociale dienst verhaal. Er is zo’n grote scheiding tussen ambtelijke regelingen en de burger die daar gebruik van moet maken, dat de burger er bijna een beroepsmatige gebruiksmaker van wordt.
Het zou een veel persoonlijker relatie moeten zijn. Zoals: ‘Heb je hulp nodig, dan krijg je die hulp. Maar we gaan ook kijken hoe je daarna het zelf verder kunt doen.’

Maar dat is er nu helemaal niet. De afstand is te groot. De ambtenaren zouden meer met hun schoenen in de modder moeten staan. En er zijn er zeker die dat doen. Zoals bijvoorbeeld wethouder van Geffen die 1 week lang met 50 euro is rondgekomen om te kijken wat dat inhield.”

Welke onderwerpen hebben Elisabeth warm gemaakt?

Voor haar pensionering heeft Elisabeth veel in en met de kleinere kernen gewerkt. Ze heeft een behoorlijk aantal dorpsraden opgericht. Van daaruit is haar interesse in het buitengebied gewekt. 

Het buitengebied is altijd op haar prioriteitenlijstje blijven staan. Met een industriële stad als Oss als centrum en 23 landelijke kernen met hun eigen problematiek, zorgde ervoor dat het buitengebied ondergesneeuwd werd. Ze somt een aantal problemen op: het drug- en drankmisbruik van de jeugd. De problematiek van de boeren die moeilijk contact maken en praten, geen opvolging hebben. En natuurlijk de Q-koorts.

Juffrouw Q-koorts

Elisabeth: “De gemeente heeft heel lang (de ernst van) de Q-koorts ontkent. We hebben toen namens de ASD een brief geschreven aan het college dat dit te belangrijk was en dat er iets aan moest gebeuren. Dat zorgde wel voor een ommekeer binnen het college.”

Waar is Elisabeth het meeste trots op dat ze binnen de ASD voor elkaar heeft gekregen?

Daar moet ze even diep over nadenken. Marianne geeft een voorzetje: “De Q-koorts?”
En daar is Elisabeth het wel mee eens. Dat ze het college ervan heeft weten te overtuigen van de ernst van de ziekte. Maar ook over haar rol bij de bemiddeling bij interne meningsverschillen is ze tevreden. En niet onbelangrijk is dat het college de ASD heeft geaccepteerd. Dat is ook deels haar verdienste. Elisabeth legt uit: “Ik spreek de mensen aan en ik neem geen blad voor de mond.”

En nu? Wat gaat Elisabeth doen met al haar verkregen vrije tijd? 

Elisabeth: “Ik wil nog leren. Hoe kom je van de commercialisering van de zorg af? Hoe herstel je het vertrouwen van de burger in de politiek? Welke wegen zijn daar? Daar zal ik wel mee bezig blijven.”
Marianne vult aan dat Elisabeth niet verloren is voor de ASD. Haar kennis en netwerk blijven op aanvraag altijd beschikbaar. Waar Marianne dan ook dankbaar gebruik van zal maken de komende tijd.

Welkom Marianne

Voorgeschiedenis

Marianne Dreese komt oorspronkelijk uit Nijmegen. De daar heersende woningnood hebben haar en haar man uit haar geliefde Nijmegen verdreven. Aangezien haar man, Frits, een koopvaardij officier was, waren ze niet woonplaats afhankelijk. Dus op aanraden van hun makelaar hebben ze toen eens rondgekeken in Berghem.

Al heeft ze in het begin heel erg moeten wennen aan de dorpse mentaliteit, ze heeft er geen moment spijt van gehad.
Het vrijwilligerswerk van Marianne begon op de lagere school van haar kinderen, waar ze veel hielp en voorleesmoeder was. En dat groeide uit tot voorzitter van diverse verenigingen. 

Dorpsraad Berghem

Van 2006 tot 2019 is Marianne secretaris van de dorpsraad van Berghem geweest. Daar stond ze altijd met haar laarzen in de modder. De dorpsraad bestaat uit 7 personen; samen werkt men voor het dorp en haar bewoners.  
Maar na 13 jaar secretaris bij de dorpsraad vond ze het tijd om wat anders te doen. Het werd te zwaar. Vooral ook de vergaderingen ’s avonds. 

Nieuwe vicevoorzitter ASD

Marianne: “Afgelopen zomer kreeg ik op vakantie een telefoontje van Elisabeth. Of ik zin had bij de ASD te komen. Dat leek mij heel aantrekkelijk.”

Marianne kende de ASD al wel via de dorpsraad. Dus ze had een indruk van de werkzaamheden. Wat ze vooral heel fijn vindt is, dat de vergaderingen overdag plaats vinden. Dat betekent aan de andere kant wel, dat het voor werkende mensen lastig kan zijn om deel te nemen aan de ASD.

Waar ga jij je op richten als vice voorzitter.

Marianne heeft een algehele interesse. Ze zegt: “Ik houd het breed. Maar wat zich voordoet, dat pak ik aan. Zoals bijvoorbeeld de gevolgen van de corona pandemie. Daar moet over gesproken worden.”
Maar ze wil ook de nadruk leggen op de kernen. Zo heeft ze al vrij snel binnen de ASD voorgesteld om in de kernen te gaan vergaderen. Zodat je ook met die mensen contact maakt.

Marianne heeft een groot netwerk. Ze kent veel mensen, ze kent de dorps- en wijkraden. Die contacten wil ze ook gaan gebruiken. 

Inwerken

Marianne vertelt dat ze nog veel moet leren en ervaren. En dat daar wellicht ook fouten bij horen. Maar een mens mag leren en daarvoor betrekt ze Elisabeth er nog veel bij. Ze wil in ieder geval, waar mogelijk, ook graag deelnemen aan de vergaderingen van de kenniskringen.

Tot besluit

Wat willen Elisabeth en Marianne tot besluit nog kwijt?
Elisabeth hoopt dat de bureaucratie wordt verminderd en dat de politiek vertrouwen leert hebben in de burger en daardoor de burger weer vertrouwen krijgt in de politiek. 
Marianne: “Het is nu lastig om de mensen persoonlijk te ontmoeten. Zoomen is wat lastiger. Maar ik hoop dat ik binnenkort persoonlijk met de ASD-leden kan kennismaken. Ze kunnen in ieder geval al contact met me opnemen als ze wat kwijt willen.” 

Elisabeth, veel succes met je verdere onderzoek en tot ziens!
Marianne, welkom bij de ASD en dat we nog veel van je mogen horen!

P.s. Benieuwd naar de afscheidsvideo van Elisabeth