Jan en Paul van KennisKring Jeugd

Interview met Jan en Paul van de KennisKring Jeugd

Begin februari heeft de redactie een gesprek gehad met de twee nieuwe voorzitters van de KennisKring Jeugd:
Jan van den Heuvel en Paul van der Hoek. We zitten dan nog midden in de coronamaatregelen en dat uit zich ook in het gespreksonderwerp later in het interview.

De KennisKring Jeugd heeft sinds eind 2020 wat wisselingen gehad in het voorzitterschap. Nadat Ellen Roskes haar voorzitterschap had overgedragen aan Marisja Remmits, moest Marisja na amper een jaar haar voorzittershamer alweer overdragen. Dit omdat ze een functie bij de gemeente Oss had aanvaard.

In dit interview stellen we de nieuwe voorzitters voor. Wie zijn ze en wat beweegt hen?

Links Jan, rechts Paul

Een duo-voorzitterschap?

Paul van der Hoek zit nog niet zo heel lang bij de KennisKring Jeugd. Toen na het afscheid van Marisja Remmits niemand zich beschikbaar stelde als voorzitter, heeft Paul dit op zich genomen. Jan van de Heuvel heeft toen aangeboden om samen met Paul een duo-voorzitterschap te vormen. 
Paul heeft nog een baan, is wel flexibel in de tijd, maar kan niet ergens zijn voor de ASD als hij ook voor zijn werk afspraken heeft. Jan kan dan inspringen. En viceversa. Zo hebben ze wederzijds een backup. 

Jan van den Heuvel kent het klappen van de zweep wel. Jan: “Ik zit er nu voor de 2de keer bij. De eerste keer werkte ik nog. Na 4 jaar ben ik gestopt. Maar toen ik met pensioen ging dacht ik aan de ASD en ‘hé dat was eigenlijk wel leuk’ en nu heb ik alle tijd. Het is wel een club die me aan het hart ligt, zeker de afdeling Jeugd. Dus nu zit ik hier inmiddels voor mijn tweede jaar.”

Wat zijn jullie taken?

Paul: “ik zit de KennisKring voor, maar we kijken samen naar de agenda. We kijken ook samen naar het verslag van het vorige overleg.
Ik zit ook bij het AV-overleg”. (Red: de Algemene Vergadering waar de voorzitters van de KennisKringen en het Dagelijks Bestuur eens per maand aan deelnemen.)

Jan: “Ik zorg voor de verbinding met de gemeente, zoals o.a. het contact met de contactambtenaar.”

En waar Paul wat meer is van de achtergronden van mensen, is Jan meer van het functionele.

Samen hebben ze een nieuwe structuur opgezet binnen de KennisKring. Daarover later meer.

Jan van den Heuvel stelt zich voor:

Wat is je achtergrond?

Jan: “Ik kom uit het primair onderwijs. En ben nu 3 jaar met pensioen. Mijn carrière is eigenlijk opgesplitst in 2 delen. In het eerste gedeelte heb ik op basisscholen gewerkt in alle functies die er zijn, behalve die van de directeur. In het tweede gedeelte ben ik werkzaam geweest voor de scholenkoepel SBKO, nu Saam, als beleidsmedewerker onderwijs/kwaliteit. Met zorg voor leerlingen. Ik heb een zwak voor het kind dat het moeilijk heeft. En ben ik bezig geweest met schoolmaatschappelijk werk en de ontwikkeling daarvan. Verder heb ik de kwaliteit van de interne begeleiding op scholen mede verbeterd.” 

Bij Inspectie van onderwijs heeft Jan een training gevolgd. Met die kennis heeft Jan veel audits uitgevoerd op scholen. Dat vond hij zeer interessant om te doen. Kwaliteit in het onderwijs vindt hij erg belangrijk. Want wat is kwaliteit, wanneer levert een school kwaliteit? 
Deze audits omvatten het Inspectie toezicht met een team van mensen die dit samen oppakken. Een dag op schoolbezoek. Spreken met mensen, klassenbezoek. Vervolgens het rapport met bevindingen en daarmee in gesprek met scholen. Jan: “Het zijn natuurlijk onze bevindingen en de school heeft een eigen bevinding van kwaliteit. Dat zijn altijd heel interessante discussies geweest. Met als centrale vraag: En wat dient het kind dan? Doen we de goede dingen en doen we die goed?”

“Veranderingen duren heel lang. Ze komen nooit tot stand als ze niet weten waarom dat dit van belang is. Dus redeneer vanuit het doel, niet vanuit de instrumenten die gebruikt worden.”

ASD, voortzetting van het werk?

Jan: “Binnen de ASD ga ik door met de dingen die ik in mijn werk ook al deed. Inclusief onderwijs, de inclusiegedachte. Met de verbinding jeugdzorg en onderwijs. Dat was in mijn werk al een topic, en dat is nog steeds een topic.” 

INCLUSIE
Jan vervolgt: “Daarover heb je dan contact met de gemeente. En dan hoor je dat de gemeente geen inclusie agenda kent. In tegenstelling tot heel veel andere gemeentes waar dat wel is.
En dan is het wel interessant om na te gaan hoe dat dat komt. En wat zou er anders kunnen of moeten of wenselijk zijn om te doen. Dat zijn belangrijke vragen.
Ik gebruik ook nog mijn netwerk van vroeger. Je verliest wel de vanzelfsprekendheid van contacten, dat is wel jammer na mijn pensionering.
Ook het thema ‘kansengelijkheid’ is voor mij enorm belangrijk.”

Paul van der Hoek stelt zich voor:

Wat is je achtergrond?

Paul: “Ik ben strategisch marketeer van de HAN (Hogeschool Arnhem Nijmegen). Marketing is toch wel een beetje mijn lust en mijn leven. Het standaard studieboek marketing voor universiteiten komt o.a. van mijn hand. Dat is natuurlijk heel wat anders dan de KennisKring Jeugd. Ik heb wel affiniteit met kinderen; ik heb 2 kinderen en 2 bonuskinderen. Ik heb wel altijd die affiniteit gehad.” Vervolgens vertelt hij enthousiast over de onderwijsrobot Pebbles die in 2001 zijn opwachting maakte in Nederland. En zijn rol daarin. Maar ook over het sponsorschap van Philips, waar hij destijds werkte, met het circus Renz. Ze hadden een voorstelling gekocht die niet door kon gaan. Ze hebben toen alle zieke kinderen uit de omgeving uitgenodigd. “Ik vond dat prachtig! Van jongs af aan heb ik kinderen altijd al prachtige mensen gevonden”.

Ben je een Ossenaar?

“Ik woon nog niet zo lang in Oss, zo’n 4 jaar. Er is hier veel natuur. Het is prachtig hier. Ik heb in verschillende plaatsen in Nederland gewoond. Ik wilde altijd al in Brabant gaan wonen. Hier voel ik me echt thuis. “

Hoe ben je bij de ASD terechtgekomen?

“Ik ben op een gegeven moment in contact gekomen met de ASD en heb gekeken binnen welke KennisKring ik me het meest thuis zou voelen. Ik ben ook nog docent geweest en vond het altijd prachtig om het vraagteken op hun voorhoofd om te vormen tot een uitroepteken. Omdat jeugd mijn passie is ben ik met Marisja in gesprek gegaan en zo ben ik bij de KK jeugd terechtgekomen.”
Paul vervolgt: “En nu ben ik ook heel bewust binnen de GGZ me gaan focussen op kind en jeugd. Dat is een apart aandachtsgebied. Daar ben ik nu ook de aandachtsfunctionaris voor geworden. Om de input daar te gebruiken voor de kenniskring en natuurlijk ook andersom.”

Nieuwe structuur vergaderingen.

Jan en Paul hebben samen wat veranderingen doorgevoerd. Zoals bijvoorbeeld het samenstellen van de agenda.
Jan: “Een agenda mag niet afhankelijk zijn van de voorzitter. De inhoud van de agenda moet bepaald worden door de leden van de KennisKring. Hoe ga je dat bereiken? Een van de manieren om dat te bereiken is door mensen verantwoordelijk te maken voor hun eigen dossier.
En als het dossier besproken moet worden, dan moet diegene dat op de agenda gaan zetten. 
Paul vult aan: “Iedereen heeft zijn eigen expertise en discipline en mogen daarin ook erkend worden. Het is fijn als je vanuit je eigen expertise dingen te kunnen zeggen en zorgen dat alle facetten belicht worden. Om het op deze manier te structureren, kan je ook veel beter het werk verdelen. Er is meer focus, je haalt meer op, je deelt het wat meer en de mensen worden dan meer in hun eigen kracht gezet.”

Paul vervolgt: “We hebben daarom ook samen gekozen voor deze structuur. We hebben dit voorgelegd aan de groep. We hebben samen bedacht wat zijn nu die aandachtsgebieden, en wie wil waarbij, wie voelt zich waarbij verbonden. Nou dat hebben we vastgelegd. En nu wordt het langzamerhand opgepakt, het is ook een proces natuurlijk. Ik verwacht over een jaar of zo dat er nog meer eigenaarschap zal ontstaan over je eigen discipline.”

Paul: “Maar het is ook een soort van vlekkenplan. Kijken waar zit onze expertise en wat missen we nog?
Zo missen we het voortgezet onderwijs nog. En het vluchtelingenstuk op het gebied van scholing, kansen en gelijkheid.” (Red.: dit is ook tegelijkertijd een oproep aan mensen die de KennisKring Jeugd op deze gebieden met hun kennis zou willen bijstaan.)

KennisKring Jeugd

Beiden zijn erg enthousiast over “hun” KennisKring. 
Jan: “Het is een redelijk complete club die zich breed geïnteresseerd en betrokken voelt. 
Paul: “Sowieso is de dedication, het gevoel van een bijdrage willen leveren, ook de sfeer in de vergaderingen: voor elkaar en met elkaar. Al deze mensen (uit de KennisKring) kunnen vanuit een helikopterview kijken naar wat er gebeurt. Zijn niet bezig met individuele casuïstiek. Ze kijken naar patronen. Dan heb je iets om op beleid te kunnen adviseren.”

De gevolgen van de coronapandemie voor de jeugd

Paul: “waar ik een beetje bang voor ben is dat er bepaalde goede oude gewoontes nu wegvallen. Sport bijvoorbeeld. Stoppen met sporten op middelbare schoolleeftijd. Het fysieke contact, meer het online stuk opzoeken, meer gamen. Dit allemaal omdat er meer tijd is gekomen, school online, is voor een deel zo, maar er valt ook heel veel uit. Waardoor er veel meer tijd is gekomen voor dingen die haast verslavend zijn. 
Dan natuurlijk de hele schrijnende gevallen zoals kinderen die thuis niet veilig zijn en wel thuis moeten zijn.”

Jan: “wat nu nog duidelijker wordt is het belang van onderwijs voor de kinderen. En dan met name het sociale aspect. Onderwijs kan je blijkbaar redelijk online geven, maar iedereen ervaart ook dat er iets belangrijks gemist wordt. En dat zijn die contacten. Dat geldt voor de jongere en oudere jeugd. Plus de kwetsbaarheid van kinderen die geen online onderwijs kunnen volgen. 

Je bent niet alleen de lesboer, de kennisoverdrager, maar je hebt heel veel meer betekenis voor de jeugd dan alleen de kennisoverdracht. Dat is wel duidelijk geworden. Ik hoop ook dat dit blijft voortduren als de hele covidgedoe voorbij is.

We kennen ook scholen die in bepaalde arme sociale milieus stonden waar kinderen helemaal uit het beeld verdwenen en het onduidelijk was wat er nu met het kind thuis gebeurde. Als het kind op school komt dan zie je en je hoort het kind. Daarom is de verbinding met jeugdzorg zo belangrijk; het is van belang je zorg te kunnen delen met of te toetsen aan de gedachten van een hulpverlener uit de jeugdhulp. 

Covid maakt wel duidelijk dat de signaleringsfunctie heel erg belangrijk is.
En Covid maakt ook duidelijk hoe afhankelijk de jeugd is van dat wat er geboden wordt aan voorzieningen voor de jeugd buiten het onderwijs.
Verder maakt Covid duidelijk dat er aandacht besteedt moet worden aan de vrijwillige en sociale circuit om hen heen. Waar zij zich thuis kunnen voelen en waar zij kunnen groeien. En dat dit in stand moet worden gehouden.”

En besluit Jan: “Covid maakt duidelijk dat je als onderwijsorganisatie een bredere opdracht hebt dan alleen de cognitieve overdracht.”

De toekomst

Paul vindt het heel goed om te constateren dat er veel enthousiasme is om informatie op te halen bij de achterban. Bij de jeugd. Zoals inspiratie opdoen, waar houden zij zich mee bezig en wat vinden zij belangrijk. En dat mee te nemen in de adviezen. Paul: “Als je dat nu goed organiseert, dan ben je een andere gesprekspartner voor de gemeente. Want dan heb je iets te zeggen. Dan heb je recht van spreken en ben je relevanter.
We zijn nu aan het kijken of we een soort model kunnen uitwerken die ook door de andere KennisKringen gebruikt zou kunnen worden. Dat vraagt wel wat van de mensen.”

Tot slot de laatste vraag, wat willen jullie onze lezers in ieder geval nog meegeven?

Jan wil nog kwijt:
“Dat de professional de mensen uitdaagt hun grenzen te verleggen. Ontdek de potentie van de mens. Zodat ze hun grenzen ontdekken en kunnen groeien. Laat ze ontdekken dat ze meer kunnen dan ze hadden verwacht en zelfs meer als hun omgeving van hen had verwacht. Ik heb vertrouwen in jou dat jij dat kunt. Jij kunt dat. Waarom zou je dat niet proberen. Lukt het niet, dan is het nog geen probleem.
En dan heb je het over kansongelijkheid. Ontdek de talenten in ieder mens. Die opdracht zou iedere professional zich eigen moeten maken.”

En Paul sluit af met:
“We zijn bezig om onze toegevoegde waarde verder te vergroten; naast de enorme expertise uit de praktijk kunnen we ook de onafhankelijke verbindende schakel zijn tussen plan en realisatie. Dit levert uiteindelijk beter beleid en een betere uitvoering op en dat is in het belang van de gemeente en zeker ook van belang voor de Osse jeugd!”

Jan en Paul, van harte bedankt voor jullie tijd en inzichten. Heel veel succes met jullie team!